Mijn zoon is een ochtendmens. Terwijl de rest van het gezin nog hardnekkig ontkent dat de dag begonnen is, is mijn zoon zijn bed al lang uit. Hij tekent. Huizen tekent hij. Dorpen vol huizen die stuk voor stuk hun eigen karakter hebben. Gedetailleerde vooraanzichten en zijaanzichten, de binnenkant en de plattegrond. Later wordt mijn zoon architect. Mensen tekent hij ook. Ridders, piraten, superhelden, Sinterklaas, Dolfje Weerwolfje, de leidster van de crèche op de rug van een ezeltje. Speels, gedetailleerd en vol grapjes. Je kunt het zo gek niet bedenken. Mijn zoon wel.
Voor ik mijn bed uit ben, heeft mijn zoon al een compleet boek getekend. In zijn rapport staat: ‘Heeft moeite met het starten van een activiteit’.
Mijn zoon tekent niet alleen, hij schrijft ook. Zijn held, El Dwekoo, redt het heelal van de ondergang. Levendig beschrijft hij hoe deze held net niet tegen de rotsen te pletter slaat, de strijd met de vijand wint en na een veilige landing terug op aarde komt. Op school mag hij mkm woorden naschrijven. Daarbij draait hij nog wel eens een letter om. ‘Beter op je letterkaart kijken’, staat in zijn rapport.
Spelen doet mijn zoon ook. Urenlang speelt hij samen met een vriendje, zonder dat er een onvertogen woord valt. Hele werelden van Playmobil verschijnen en de meest fantastische avonturen worden beleefd. Op school is het samenwerken met andere kinderen erg moeilijk.
Lezen doet hij ook graag. Voorlezen is favoriet. Hoe vaker hoe beter, hoe langer hoe beter. Samen smullen we van favoriete schrijvers als Paul van Loon, Roald Dahl en Tonke Dragt. Graag voorspelt hij hoe het verder zal gaan. Hij lacht hard om de grapjes die gemaakt worden, weet precies waar het verhaal over gaat. Desgevraagd legt hij mij uit dat de Etna een vulkaan is en dat het opklaren van een boos gezicht betekent dat het niet meer zo erg is. Wat ‘vernuftig’ is, wil hij weten. Op school toont hij geen interesse in woordbetekenissen.
Zelf lezen kan hij inmiddels ook. Dolfje Weerwolfje is zijn held. Op school heeft hij ook plezier in zelf lezen. Jammer genoeg staat er ook vaak duolezen of groepslezen op het programma. ‘De geit eet ijs’ vindt hij een saai boek.
Gelezen boeken zijn weer een bron van inspiratie voor andere activiteiten. Na het lezen van de GVR kwamen er reuzen op papier. De reus van 20 meter was precies twee keer zo lang als die van 10. Vijf vellen werden heel precies aan elkaar geplakt om de reus van 200 meter erop te kunnen krijgen. Op school stelt mijn zoon ‘weinig eisen aan zijn werk’.
Het hoogtepunt van de schooldag is het overblijven. Buiten in de zandbak bouwt hij graag kastelen. Er zijn ook jongetjes die graag kastelen platstampen. Volgens zijn rapport is hij dan erg verdrietig.
“Waarom moet je eigenlijk naar school? vroeg mijn zoon laatst.” Ik gaf het standaard antwoord: “Om dingen te leren.” “Huh,” gromde mijn zoon. “Thuis leer ik meer.”
Mijn zoon is zeven. Hij zit nu een half jaar in groep 3. In het rapport zijn de hokjes bij ‘betrokkenheid’ en ‘motivatie’ niet meer aangevinkt.
Pas zeven en nog zo’n vijftien jaar school te gaan.
Hallo Rienkje,
Mijn zoon is bijna 8 en school is ook heel moeizaam.
Fijn om van je te lezen en hoop dat je nog meer wilt delen.
Groetjes Lianne
<3 voor jou en eentje voor jouw zoon <3